Dat wat nooit verloren zal gaan heet spiritualiteit
Spiritualiteit wordt datgene genoemd wat nooit verloren gaat. Daarom wordt de wens om de ontvangen, in haar eigen vorm, omwille van het ontvangen, het materiële genoemd. Het wordt zo genoemd omdat deze vorm verloren gaat en de vorm omwille van het geven het zal overnemen.
Een echte plaats in het geestelijke wordt een plaats van de realiteit genoemd aangezien ieder die daar komt, naar die plek, daar dezelfde vorm ziet als iemand anders. Maar, een verbeelding van een plaats wordt geen echte plaats genoemd omdat het imaginair is, en iedereen zich het vervolgens op een andere manier voorstelt.
Als we refereren aan de zeventig gezichten van de Tora, dan betekent het dat ze zeventig gradaties zijn. In elke gradatie wordt de Tora geïnterpreteerd naar het niveau waar men zich in bevind. Echter, een wereld is een realiteit, dat wil zeggen dat ieder die één van de zeventig gradaties bereikt in die wereld, dezelfde vorm verkrijgt als alle anderen die daar kwamen.
Daaruit volgt wat onze wijzen zeiden, die de verzen van de Tora interpreteerden. Ze zeggen dat Abraham dit tegen Izaäk zei, en andere vergelijkbare gezegdes van onze wijzen, als ze vertellen wat er uitgelegd wordt in de verzen.
“Hoe wisten ze wat ze tegen elkaar zeiden?”, vraagt men dan. Maar omdat zij het niveau bereikt hebben waarop Abraham stond, of maakt niet uit wiens niveau, zien ze en weten ze wat Abraham zag en wist.
Om die reden weten ze wat Abraham zei, en op de zelfde wijze weten ze het in alle gezegdes van onze wijzen toen ze de verzen van de Tora interpreteerden. Dat was allemaal omdat ook zij de graad verkregen hadden, en elke gradatie in geestelijkheid een realiteit is. Iedereen ziet de realiteit, omdat iedereen die naar de stad Londen in Engeland komt, ziet wat in de stad is en hoort wat er gezegd wordt.