Kabbalah.info - Kabbalah Education and Research Institute

De Zohar - Intentie van Gebed

Intentie van Gebed

Er staat geschreven in De Zohar: Elke dag roept een stem tegen alle mensen in de wereld, “Dit hangt van jou af (Vejikahel, pp. 32-52). Scheidt een deel van jezelf af en wijd het toe aan de Schepper.” Elke mens denkt en voelt een gevoel om dichter tot het geestelijke te komen, en het ligt aan hem of hij die innerlijke roept hoort of niet. De stem overtuigd de mens dat door het verwerpen van zijn nodeloze, doorzichtige, wereldse verlangens en door het aan te nemen om ze niet meer te verzadigen, zal hij waarlijke en eeuwig geluk verkrijgen.

Van hier uit begrijpen we de verborgen betekenis van gebed: hij die de Schepper vreest en zijn hart en zijn verlangens op zijn gebed richt, verricht grote verheven correcties. Wil de mens de geestelijke wereld binnentreden en de Schepper te voelen, is gebed het enige wat hij hoeft doen. Dit betekend om de Schepper de correctie van zijn aard te vragen, waarbij het van de aard van onze wereld (egoïstische) in de aard van de geestelijke wereld (altruïstische) wordt veranderd. Hij zal dan de eeuwigheid binnentreden en de buiten de grenzen van onze wereld opstijgen. Omdat de mens volledig slaaf is van zijn egoïsme is het onmogelijk om zichzelf te veranderen.

De mens moet krachten ontvangen voor correctie van buitenaf. Deze krachten bestaan buiten de grenzen van zijn egoïsme. De mens moet om zulke krachten vragen; het enige wat hij hoeft te doen is om te bidden. Een gebed is echter niet wat de lippen uitspreken, maar juist hetgene wat zijn hart verlangt. De Schepper leest onze verlangens binnen ons hart. Het werk van de mens komt er dus op neer om de verlangens van het hart te veranderen. Hij moet zijn hart er toe zetten om zijn verlangens te veranderen. De mens kan dat echter niet uit zichzelf; hij moet de Schepper dus vragen om het voor hem te veranderen.

Alles komt er dus op neer om het geloof in de Schepper en Zijn almachtigheid te verheffen, in Zijn uniekheid, kracht, en mogelijkheid om te helpen. Alle handelingen van de mens zijn gericht op de schepping van het enige ware verlangen in hem – om de Schepper te voelen! De Zohar spreekt hier, evenals andere boeken van de Thora en Kabbala, of zij die al het geestelijke met hun verlangens/eigenschappen hebben bemachtigd, en terwijl zij in onze wereld vertoeven op hetzelfde moment in twee werelden bestaan. Het gebed waar dit boek zich op richt bestaat uit de geestelijke handelingen van een mens die al geestelijke instrumenten hebben bemachtigd. Hij kan ze op precies dezelfde manier gebruiken als wij onze handen en manieren van voortgang gebruiken in onze wereld.

Allereerst, in de liederen van de eeuwige engelen, en volgens de opeenvolging van de liederen gezongen van de zonen Israel’s beneden, versiert Malchoet zich en corrigeerd zichzelf als een vrouw die zich voor haar man versiert. De zonen Israel’s zijn zij die JISRA (rechtstreeks) en EL ([tot] de Schepper) willen worden, oftewel, om de Schepper te benaderen. Dergelijke mensen die zich in de Hogere Werelden met hun geestelijke instrumenten (verlangens) bevinden hebben de mogelijkheid om hogere Sfirot en werelden te veranderen dmv. hun geestelijke handelingen. Onze gebedenboek werd door de wijzen van de Grote Vergadering, 20 eeuwen geleden, gecompileerd. Voor dat, sprak de mens de Schepper aan in samenhang met wat hij of zij voelde. Omdat grovere zielen, welke ordelijke gebeden nodig hebben, ongeveer 20 eeuwen geleden naar ons wereld afdaalde, maakte de leden van de Grote Verzameling (verheven Kabbalisten) het gebedenboek wat we dagelijks nog steeds gebruiken.

Op een ordelijke manier omvat het gebedenboek alle opeenvolgende niveau’s van de correctie van de ziel van de mens. Achter de woorden van het gebedenboek, ziet de begrijpende mens de geestelijke handelingen dat hij moet uitvoeren. Deze informatie is uitgedrukt in de letters, in hun vormen en combinaties, evenals in de opeenvolging van de zinnen en delen van het gehele gebed.

Gelange de volgorde van het gebed, begint het met de correctie van de werelden door het ochtendgebed (Zie “Tfilat Kol Pe”) tot aan het gebed van Sjimona Esre, de correctie in een zittende positie. Naderhand, tot men de woorden “Emet ve Jatziv” bereikt welke “Krijat Sjema” bevatten, verkrijgen alle woorden correctie. Wanneer men de woorden “Ga’al Jisrael,” bereikt zouden alle correcties hun plaatsen moeten innemen; men zou eigenlijk wanneer men staat constant het gebed “Sjmona Esre” opzeggen.

In het geestelijke (en, vervolgens, natuurlijk, op werelds niveau) kan de mens in drie posities bevinden: liggen, zitten, en staan. Een pasgeboren kind in onze wereld evenals in de geestelijke wereld ontwikkeling op dezelfde manier. Liggen betekend dat de positie van het hoofd, de benen en het lichaam zich op hetzelfde niveau bevinden. In het geestelijke komt dit overeen met de toestand van een embryo, wanneer alle 10 Sfirot hetzelfde bevatten. Dit is de laagste geestelijke toestand.

Zitten betekend dat het hoofd boven het lichaam is en het lichaam boven de benen, de mens kan dan echter niet zijn benen gebruiken. Dergelijke toestand wordt de “kleine toestand” genoemd, VAK. Staan impliceerd dat de niveau’s van het hoofd, het lichaam en de benen volledig anders zijn. Dit wordt GAR genoemd. Op deze manier, naar gelange de vaardigen om te vragen om correctie, groeit de mens geleidelijk aan en ontvangt het kracht van de Schepper.

Dus, wanneer hij de woorden “Emet ve Yatziv” bereikt, is alles al gecorrigeerd; alle werelden hebben Malchoet en Malchoet is gevuld met de Eeuwige Koning. Wanneer de mens de woorden, “Ga’al Jisrael,” bereikt, volgt de Eeuwige Koning langs de drie lijnen en komt het Malchoet tegemoet om hem te onthalen.

De Eeuwige Koning (de Schepper) met betrekking tot alle geschapen wezens, bestaat uit Z”A van de wereld Atsieloet, omdat Malchoet de Atsieloet de gehele schepping is. Alles dat ooit werd geschapen, inclusief wij en alle werelden dat hun opvullen, zijn een deel van Malchoet.

In onze gewoonlijke toestand, zijn we een deel van Malchoett die het kleinste deel van de Schepper Zijn Licht ontvangen, Ner Dakiek (kleine kaars). Wanneer we de Schepper toenaderen met onze eigenschapen en ze gelijk maken aan Hem, ontvangen we steeds sterker wordend Licht, wat we als genoegen, vrede, eeuwigheid en leven aanvoelen.

De gradaties van het benaderen van de Schepper (oftewel, onze “Ik” benaderd Hem, Malchoet benaderd Z”A) zijn met behulp van een speciale toestand beschreven in Kabbala. De onderlingen betrekkingen van deze eigenschappen worden de overgang van “rug aan rug” tussen Z”A en Malchoet tot de toestand van “Paniem be Paniem” genoemd. De eenheid van de ziel met de Schepper wordt beschreven als een Zivoeg (coitus) tussen Z”A en Malchoet, waar Z”A het Licht aan Malchoet doorgeven, elke ziel kan dit Licht met betrekking tot de mate van zijn correctie verkrijgen.

De Schepper is vanzelfsprekend in absolute rust, en al Zijn zogenaamde bewegingen worden door Malchoet gevoeld afhankelijke van de verandering van zijn eigenschappen. Soms voelt het de Schepper meer en soms minder, en ziet dit als Zijn voortgang tot zichzelf.

We zijn zo goed verplicht om in nederigheid en ontzag voor de Eeuwige Koning te bevinden, ieder op zijn plaats, omdat Hij Zijn rechterhand naar Malchoet uitsteekt in “Magen Avraham” de eerste zegen in het gebed “Sjmona Esre” welke de rechterlijn aanduidt. Dan stopt Hij zijn linkerhand onder de hoofd van Malchoet, zoals er staat geschreven: “Laat zijn linkerhand onder mijn hoofd zijn, en zijn rechterhand mij omarmen” (Shir haShiriem, 2:6) in de zegen “Ata Gibor,” de tweede zegen in het gebed “Sjmona Esre” welke de linkerlijn aanduidt.

De gehele Shir haShiriem spreekt over de uiteindelijke samenvloeing van de schepping met de Schepper. Aangezien onze wereld geschapen is als een bespiegeling van de geestelijke wereld, kan de geestelijke samenvloeing alle beschreven worden met behulp van de overeenkomende woorden van onze wereld. Omdat onze wereld egoïstisch is, de geestelijke, altruïstische handelingen welke zijn gespitst op het samenvloeien van eigenschappen en verlangens worden beschrijven in de woorden van onze wereld als de geleidelijke vereniging van Malchoet met de Schepper. Allereerst manifesteerd het in een vorm van omarming, en dan volgt er een kus en een coitus, wanneer de ziel zo gecorrigeerd is dat ze het Licht (Ohr Chochma) van de Schepper kan ontvangen.

Naderhand, omarmen Z”A en Malchoet elkaar en verenigen in een kus van de zegen “HaEl Kadosj,” welke de middelijn aanduidt. Vanaf hieruit en hoger, vindt alles plaats in de toestand van een kus tot aan de laatste drie zegens in het gebed “Sjmona Esre.”

Met andere woorden, wanneer de men seen geestelijke handeling kan maken die overeenkomt met de voorwaarden beschreven in deze zegeningen, verkrijgt hij zulks eenheid met de Schepper dat hij “omarm” en “kus” genoemd wordt. De gedetaileerde uitleg van de geestelijke handelingen wordt gegeven in “De Studie van de Tien Sfirot” geschreven door Rabbi Ashlag. De taal van De Zohar en de Bijbel beschrijft deze handelingen met behulp van de woorden van onze wereld.

De taal van Kabbala beschrijft ze door het gebruikt van de namen van Sfirot, Partsoefiem, Lichten, etc. De meest volledige en precieze taal van de beschrijving van geestelijke handelingen is de taal van Sfirot. Kabbalisten kiezen daarom voor het gebruik in hun innerlijk werk en voor het uitleggen van de methode voor geestelijke verheffing aan ons.

De mens is zo goed als verplicht om tot de Schepper in zijn hart en verlangens te richten om de intenties te verkrijgen voor correctie in alle geestelijke toestanden die beschreven zijn in dit gebed. Zijn lippen zouden één geheel moeten worden met zijn hart, zodat zijn mond niet de woorden zal uitspreken waarmee zijn hart het niet mee eens is. De Schepper wacht voor de oprechtheid van onze verlangens om ze onmiddelijke te vullen en ons dichter tot Hem te brengen.

Wanneer de Schepper en Malchoet met een kus samenvloeien, kan de mens die advise en assistentie nodig heeft er voor vragen deze toestand heeft namelijk niet voor niets “tijd van verlangen.” Aangezien de mens zich tot de Koning en de Koningin in 12 opeenvolgende zegeningen van gebed “Sjmona Esre” heeft gericht, heeft hij hiermee zijn correctie en de verlangens van zijn hart voorbereidt voor de 3 laatste zegeningen. Hij wakkerde het verlangen van de Schepper voor hem want dankzij deze 3 laatste zegeningen vloeit hij samen met de Schepper in een eeuwige eenheid.

De “tijd van verlangen” is een propere toestand voor het maken van verzoeken en het ontvangen van een antwoord – kracht voor zelf-correctie. De Koning en de Koninging zijn Z”A en Malchoet. Elke zeggen bestaat uit een opeenvolging van individuele correcties van de ziel van de mens. Als gevolg, stijgt de mens naar een hoger geestelijk niveau. Op deze manier verkrijgt hij geleidelijk aan eenheid met de Schepper.

In dit geval moet hij op zijn gezicht vallen, en wanneer Malchoet de zielen in haar vasthoudt, en zijn ziel tot de Schepper Zijn absolute kracht overgeeft. Dit it de propere tijd voor het toevertrouwen van de ziel van de mens tussen alle andere zielen omdat Malchoet de bron van het leven is.

Het vallen op je gezicht en het toevertrouwen van je ziel betekend date en mens één enkele verlangen heeft – om van al zijn egoïstische verlangens af te komen en om altruïstische verlangens van de Schepper te ontvangen. Door het ontvangen van de verlangens van de Schepper, gelijkt een mens op Hem en, naar mate van gelijkenis in eigenschappen, vloeit hij samen met de Schepper. Als gevolg van het samenvloeien met de Schepper, verkrijgt de mens alle karakteristieken van de Schepper; onstervelijkheid, volledige kennis over geheel de schepping, macht, en perfectie.

Het geheim van het Licht is alleen toegangelijke voor de uitgekozenen: Wanneer Malchoet de menselijke zielen vasthoudt in een enkel verlangen om samen te vloeien met de Schepper (omdat hetzelfde verlangen het hart van de mens vult), de mens vertrouwt zichzelf helemaal toe tot deze aspiratie, tot zulks een samenvloeïng. Dus, hij voegt zijn ziel toe in de algemene eenheid tussen Malchoet en de Schepper; en als zijn ziel is geaccepteerd door de Schepper, vloeit de mens onmiddelijk met Hem samen en komt de bron van het leven binnen (Tzor Chaim) zowel in deze wereld als in de aankomende wereld.

Alhoewel Kabbala een geheime leer wordt genoemd, behoudt het in zich geen geheimen. Het wordt alleen gezien als geheim door diegene die geen geestelijke organen in zich weten te maken. We kunnen niet alles voelen wat om ons heen bestaat, en dit blijft verborgen voor ons door de het gebrek aan de juiste zintuigen.

De Koning (Schepper, Z”A) en de Koningen (Malchoet) zou van alle kanten met de zielen moeten worden verbonden, van bovenaf als van onderaf. Zij zijn versierd met de zielen van de rechtvaardigen (zij die met de Schepper wensen samen te vloeien, en hun ziel aan Hem toevertrouwen). Wanneer de mens al zijn intenties van zijn hart tot dit doel richt en volledig zijn ziel in de handen van de Schepper toevertrouwt, dan maakt de Schepper vreden en een verbond met hem (zowel het hogere verbond genaamd “Jessod” als het lagere verbond). Hij zegend Malchoet met vrede en verbond en omringt het aan alle kanten.

Eenheid aan alle kanten betekend dat de zielen gelijkenis met de Schepper in al hun eigenschappen bemachtigen. De rechtvaardigen zijn zij die samen willen vloeien met de Schepper, de gehele schepping bevatten en, als gevolg, de rechtvaardigheid van de Schepper te ontdekken die hun schiep en over hun regeerd.

Alhoewel zij nog niet deze toestand hebben bereikt en alleen er naar toe bewegen, nog steeds aanwezig op het begin van het pad, en alhoewel zij geen enkel verlangen hebben gecorrigeerd en alleen de kleinste aspiratie voelen om de Schepper te benaderen, worden zij al door dit verlangen al “rechtvaardige” genoemt. De Schepper omringt Malchoet aan alle kanten – Malchoet voelt Hem met al zijn gecorrigeerde eigenschappen, sensaties.

De mens ontvangt ook de naam Sjalom (vrede) want hij maakte een verbond met Malchoet beneden. Dit verbond is gelijk aan het hogere verbond genaamd Sfira Jessod. Wanneer zo’n persoon onze wereld verlaat, stijgt zijn ziel door alle hemelen heen en niemand kan het stoppen. De Schepper roept het en zegt: “Laat Vrede komen.” De ziel onthult 13 verheffingen van de heilige vrede en niemand kan hem in de weg staan. Gelukkig is hij die een offer doet opgaan tot de Schepper.

Op het moment dat de ziel uiteindelijk zich van zijn egoïsme afscheidt, vloeit het onmiddelijk samen met de Schepper en is het niet langer nodig voor hem om naar deze wereld af te dalen, om in het fysieke lichaam te kleden en om een toegevoegde portie van egoïstische verlangens te ontvangen. Het wordt een offer genoemd omdat ons lichaam niets anders is dan dat van een dier.

Derhalve, de aspiratie om af te komen van het dierlijke lichaam en zijn verlangen word teen offer genoemd. Afhankelijk van de soort verlangens dat een persoon van zich wenst te verwijderen, nemen zijn offers de vorm aan van een vogel (een gedeelte van zijn verlangens) of vee (een ander deel). Sommige delen van De Zohar en sommige van de composities van ARI bespreken dit in groot detail.

Rabbi Chiya verhief zijn stem zeggende: “Oh, Rabbi Sjimon, je bent levend en ik rouwde om jou! Echter, het is niet jou waar ik om rouw. I rouw om het verlies van al mijn vrienden en van de gehele wereld dat zonder jou als wezen achterblijven. Rabbi Sjimon is als een fakkel van Licht welke van boven tot onderen schijnt. Met dit Licht, verlicht hij de gehele wereld. Wee deze wereld, mocht zijn Licht het verlaten en naar boven opstijgen. Wie zal met het Licht van de Thora in deze wereld schijnen? Rabbi Abba steeg van zijn plaats, kuste Rabbi Chiya, en zei, als zulke woorden in jou zijn, dank ik de Schepper voor het nader brengen van mij tot jou. Hoe gezegend dat ik ben!

Alle karakters die in De Zohar geschreven zijn, zijn geestelijke objecten, Partsoefiem. Evenals de gehele Thora, spreekt De Zohar alleen over de dingen die in de geestelijke werelden bestaan, maar niet in onze wereld. Alle objecten, dieren, planten en mensen die beschreven zijn in Het Boek Zohar bestaan daarom uit geestelijke niveau’s, verlangens en Partsoefiem.

De Schepper stuurt opzettelijk speciale zielen die dichtbij Hem staan naar onze wereld, zodat zij al de anderen kunnen helpen om het niveau van geestelijk levenloze in dit leven nog te behalen, terwijl zij zich in deze wereld bevinden. Zulke grote Kabbalisten dienen als gidsen van diegene, die het besef van geestelijke inzicht beseffen, klaar zijn om hun blindelings te volgen.

Rabbi Jehoeda zei na hem: “Wanneer de Schepper Mosje vertelde om de wijze en begripvolle mensen van uit al de anderen te kiezen, keek hij naar de mensen en kon er geen vinden. Toen werd hem opgedragen om de hoofden van de stammen uit te kiezen die bekend stonden om hun wijsheid. Het woord “begrip” wordt hier niet gebruikt omdat dit niveau hoger is dan het niveau van wijsheid. Wat is het verschil tussen de wijzen en zij die begrip hebben? Een wijze is iemand die van een Rav (leraar) leert en wijsheid wenst te betrachten. Een wijze is iemand die weet wat hij moet weten.

Een begripvol mens bestaat uit verschillende niveau’s daar hij inzicht heeft in elk ding en het voor zichzelf en voor anderen weet. Het signaal van zo iemand wordt als volgt beschreven: “De rechtvaardige kent zijn dierlijke ziel.” De rechtvaardige betekend Jessod dat het Licht naar Malchoet (dier) doorstuurt, want de Gematria van de HaVaJa van Malchoet staat gelijk aan 52 = BON = BeHeMaH = Bet-Hej-Mem-Hej = 2 + 5 + 40 + 5 = 52. Malchoet bestaat uit het niveau dat “wijs in het hart” wordt genoemd omdat de wijsheid in het hart gevonden wordt. Een begripvol persoon ziet boven als beneden, voor zichzelf en voor anderen. Een wijs iemand staat voor Malchoet omdat Malchoet wijsheid onthuld. Een begripvol iemand is Jessod dat zich boven Malchoet bevind. Ohr Chochma schijnt binnen Malchoet alleen van beneden naar boven. Het is onmogelijk om het Licht van boven naar beneden te ontvangen: in dit geval, zal het weldegelijk in de egoïstische verlangens terecht komen. Daarom is er gezegd dat een wijze man (Chacham) alleen voor zichzelf ziet en niet het Lich aan andere mensen onder zich kan doorgeven.

Er is gezegd dat wijsheid alleen binnen het hart te vinden is omdat het hart van beneden naar boven ontvangt; terwijl een begripvol mens ( de Sfira Jessod, Tsadiek, de rechtvaardige) met het Licht van genade schijnt, Ohr Chassadiem van boven naar beneden. Hij ziet dat hij voor zichzelf ontvangt en op de andere schijnt, oftewel geeft het Licht aan Malchoet, zoals er staat geschreven: “De rechtvaardige kent zijn dierlijke ziel.” 

Kabbalah Library

Delen