Kabbalah.info - Kabbalah Education and Research Institute

Shamati # 2 De Goddelijke Aanwezigheid In Ballingschap

Ik hoorde in 1942

De Heilige Zohar zegt: "Hij is Schochen (Inwoner) en Zij is Shechina (de Goddelijke Aanwezigheid)." Hiervoor moeten we de volgende woorden uitleggen: Het is bekend, dat er met betrekking tot het Hoge Licht wordt gezegd, dat er geen verandering in is, zoals er staat geschreven: "Ik, de Heer, verander niet." Alle namen en benamingen zijn er alleen met betrekking tot de Kelim (vaten), de wens om te ontvangen, zoals deze in Malchut - de wortel van de schepping - aanwezig is. Van daaruit daalt deze neer naar deze wereld, naar de schepselen.

Het geheel van al deze onderscheidingen, te beginnen bij Malchut, de wortel van de schepping van de werelden, door de schepselen heen, wordt Shechina genoemd. De algehele Tikkun (correctie) is dat het Hoge Licht in hen zal schijnen in de uiterste volkomenheid.

Het Licht dat in de Kelim schijnt wordt Shochen genoemd en de Kelim worden in het algemeen Shechina genoemd. Met andere woorden: het Licht woont in de Shechina. Dit betekent dat het Licht Shochen heet, omdat het in de Kelim woont, dat wil zeggen: het geheel van de Kelim heet Shechina.

Voordat het Licht in de uiterste volkomenheid in hen schijnt, noemen we die tijd: "Een Tijd van Correcties." Dit betekent dat we correcties uitvoeren, zodat het Licht in volledigheid in hen zal schijnen. Tot dan toe heet die staat van zijn: "De Goddelijke Aanwezigheid in Ballingschap."

Het betekent dat er nog geen perfectie is in de Hogere Werelden. Beneden, in deze wereld, zou er een staat moeten zijn, waarin het Hoge Licht zich in de wens om te ontvangen bevindt. Deze Tikkun heet: ontvangen om te geven.

Ondertussen is de wens om te ontvangen vol met onwaardige en dwaze dingen, die geen plaats vormen waar de glorie van de Hemel onthuld kan worden. Dit betekent dat waar het hart een Tabernakel zou moeten zijn voor het Licht van God, het hart een plaats wordt voor afval en vuil. In andere woorden, wat onwaardig is neemt het hele hart in beslag.

Dit heet: "Het Goddelijke in het stof". Het betekent dat het verlaagd is tot aan de grond toe en iedereen heeft een afkeer van de dingen van het Heilige en er is geen enkel verlangen om Het uit het stof op te heffen. In plaats daarvan kiest men voor verachtelijke dingen en als men in het hart geen plaats maakt, die een Tabernakel voor het Licht van God zal worden, veroorzaakt dit de droefenis van de Shechina.

Kabbalah Library

Delen