De Visioen van Rabbi Chiya
49. Rabbi Chiya wierp zichzelf te aarde, kuste het stof en weende: “Stof, stof, hoe koppig en schaamteloos ben je dat al het genot van het oog binnen jou vergaat! Rabbi Shimon, de Licht van de werelden, de grootste leider die de gehele wereld leidt en wiens verdiensten de gehele wereld behoudt wordt door jou verteerd!” Hij bedaarde zichzelf en zei: “Stof, wees niet trots! De steunpillaren van de wereld zullen niet aan jou worden overgelaten, en Rabbi Shimon zal door jou niet verteerd worden!”
Malchoet is de enige schepping. Deze schepping is het verlangen om genot te ontvangen. Het werd op deze manier gemaakt en zijn essentie kan niet worden veranderd. Wat wel veranderd kan worden is de intentie – voor wiens voordeel ontvang ik dit plezier.
Als gevolg van het samenkomen van Malchoet met Biena, met een altruïstisch verlangen om genot te geven, verkreeg Malchoet het verlangen van Biena welke tegengesteld is aan zijn eigen aard.
Alleen dit verlangen van Biena in Malchoet kan resulteren in een Zivug en het opeenvolgende ontvangst van Licht. Wanneer Malchoet alle verlangens wat het maar van Biena kan bemachtigen ontvangt, en ze met Licht opvult, zal alleen zijn eigen egoïstische eigenschap ongecorrigeerd blijven. De Schepper Zelf zal dit van boven corrigeren. De volgorde van correctie en ontvangst van het Licht in de eigenschap van Biena wordt gerefereerd als het ontvangst van een Zivug op Jessod. Dit komt geleidelijk aan voor op de 6000 ononderbroken niveau’s die ook wel 6000 jaar genoemd worden.
Malchoet de Malchoet van de wereld Atsieloet kan geen enkel Licht ontvangen gedurende 6000 jaar tot dat al zijn delen volledig gecorrigeerd zijn. Alle Zivugiem worden niet op Malchoet maar op de eigenschappen dat het verkrijgt van Biena gemaakt. De plaats van een dergelijk Zivug wordt Jessod de Malchoet genoemd ofwel Ateret Jessod. Malchoet zelf (egoïstische verlangens) blijft dicht voor het Licht, zij worden immers niet voor niets “gesloten poorten” genoemd.
De correctie van de Partsoefiem gedurende de 6000 jaar, en het geleidelijke opvullen van Malchoet met het licht, vindt plaats met behulp van de verlangens van Biena in Malchoet welke “Miftecha” (Jessof de Malchoet) genoemd worden. Dit komt omdat de onreine (egoïstische) krachten geen macht hebben over dit deel van Malchoet.
Met Jessod de Malchoet wordt bedoelt dat Malchoet alleen met de eigenschappen handelt dat het ontvangen heeft van de hogere Sfira Jessod, welke vrij is van de invloed van de Klipot. Alle eigenschappen, behalve die van Malchoet, zijn altruïstisch, want zij komen van Biena. Echter, aangezien we willen benadrukken dat een Zivug gemaakt wordt op een altruïstisch verlangen, zeggen we meestal Jessod i.p.v. Biena. Aangezien Jessod de Sfira is die gelijk boven Malchoet te vinden is zeggen we dat een Zivug gemaakt wordt op de altruïstische verlangens van Jessod, niet die van Malchoet. Na het verkrijgen van de eigenschappen van Jessod kan Malchoet het Licht ontvangen. Dergelijk ontvangst op Jessod de Malchoet wordt daarom “Miftecha” genoemd, de sleutel die de weg baant voor het Hoge Licht.
Aangezien Malchoet de Malchoet (“gesloten poorten”) voor het Licht 6000 jaar ontoegankelijk blijft, kon Rabbi Chiya (een bepaalde spiritueel niveau) niet begrijpen hoe Rabbi Shimon (de spirituele Partsoef) zo’n absolute perfectie kon behalen. Rabbi Shimon is een Partsoef van zo’n grote spiritueel niveau dat het Licht Jechida ontvangen wordt. Het is onmogelijk om dit Licht te ontvangen zonder dat een Zivug op Malchoet de Malchoet wordt gemaakt. Echter, dit deel van Malchoet blijft ongecorrigeerd voor 6000 jaar en kan niet gebruikt worden tot de uiteindelijke correctie. Door deze verlangens te negeren, corrigeerd de mens als het ware gedeeltelijk dit deel van Malchoet. Alle verboden (voorschriften) refereren naar Malchoet de Malchoet; het verbod er op wordt immers niet voor niets een beperking genoemd.
Als het dan onmogelijk is om het “stenen hart” (“Lev HaEven”; oftewel Malchoet de Malchoet de wortel van het egoïsme, de basis van de schepping), te vullen met het Licht hoe kan één enkele ziel zich dan berhaupt volledig corrigeren? Betekend de uiteindelijk correctie dan niet dat het Licht geheel de Malchoet zal opvullen? Elke ziel, elk deel van Malchoet wat voor de mens voorbestemt is om te corrigeren bevat een klein deel van alle andere delen van Malchoet, inclusief zijn deel van Malchoet de Malchoet waarmee hij tot het einde van de correctie niet mag werken.
Enerzijds, ziet Rabbi Chiya Rabbi Shimon in de toestand van de volledige correctie. Dus hoe kan de laatstgenoemde een dergelijke toestand bereiken? Deze tegenstelling ageerde Rabbi Chiya zo erg dat hij zichzelf tot de grond wierp en weende.
Het is niet praktisch om telkens de woorden van de Thora of De Zohar te “vertalen” in de taal waarin we kunnen begrijpen en uitleggen. Bijvoorbeeld, “grond” betekend egoïsme, “stof” stelt de onreine krachten voor, en “huilen” impliceerd het doen opstijgen van MAN, etc. Alle woorden en definities in De Zohar zouden niet letterlijk moeten worden genomen, als fysieke handelingen in onze wereld. Hoe dan ook, wat De Zohar ook zegt, het is alleen te betrekken tot de innerlijke spirituele waarnemingen van de mens.
Alle werelden stellen de “omgeving” voor, de geestelijke omhulsel, waarin de Schepper Zijn enige schepping creëerde, de Mens (Adam). De rest was alleen geschapen om de mens te helpen zijn spirituele missie te voltooien, om gelijke te worden aan zijn Schepper.
Alle schepselen van onze wereld (met uitzondering van de mens) zijn robots van hun dierlijke aard en bezitten geen vrije wil. Op dezelfde manier zijn alle spirituele wezens, behalve de ziel, robots van hun spirituele aard. Door geboren te zijn in deze wereld gelijkt de mens op een dier dat geen vrijheid van wil kent tegen zijn egoïstisch wens om genieting te ontvangen. Hij verblijft over het algemeen geheel zo tijdens zijn verblijf op aarde, waarbij hij niets anders is dan het levenloze, vegetatieve en dierlijke niveau van de natuur, waarbij hij automatisch bevelen uitvoert voor zijn innerlijke meester egoïsme.
Alleen met behulp van de Kabbala kan een mens gestapswijs geestelijke krachten verkrijgen en uiteindelijk bevrijd worden van de krachten van onreine krachten. Maar een dergelijke mogelijkheid is alleen gegeven aan de mens die zijn egoïstische aard kan beheersen. Afhankelijk van de kracht van zijn scherm, stijgt hij (innerlijk, in zijn waarnemingen) van deze wereld tot de spirituele.
Na het scheppen van de geestelijke werelden als een plaats voor zijn komende creatie, maakte de Schepper Zijn schepping (de ziel, Adam). De ziel bestaat uit het verlangen om te genieten omwille van de Schepper. Het waarnemen van de Schepper wordt Licht genoemd. Er is niets in het gehele heelal dan het licht en de ziel!
Alhoewel de ziel Malchoet de Malchoet is (de enige egoïstische creatie), verleende de Schepper er de eigenschap altruïsme aan, mengde het met de Keliem (verlangens) van Biena en toonde aldus hoe prachtig het is om gelijk aan Hem te zijn.
Tijdens het uitvoeren van altruïstische handelingen, besloot de ziel (Adam) om zijn egoïstische aard, Malchoet de Malchoet te gebruiken om daarmee het licht van de Schepper met altruïstische intenties te ontvangen. Echter, wanneer het Licht Jechida in de Malchoet de Malchoet begon binnen te komen, kon het niet de verleiding weerstaan en wilde er op een egoïstische manier van genieten. Zo’n verandering in de verlangens van de ziel wordt een val genoemd.
Als gevolg van de val, brak de ziel van Adam in een verscheidenheid (600.000) aan delen, waarvan alle in het net van de onreine, egoïstisch krachten vielen (oftewel, verkrijgen egoïstische verlangens). Na de val corrigeerde Adam enkele van de zielen (verkreeg een anti-egoïstisch scherm), maar alleen gedeeltelijk. Uit het totaal aantal zielen, zijn sommigen aangewezen voor correctie, dalen af naar deze wereld en kleden in de lichamen, en daarbij een opeenvolging van generaties creëerd.
De afdaling (het zich verwijderen van de Schepper) naar onze wereld (egoïstische waarnemingen van alleen de eigen verlangens) komt voor als gevolg van het aankleven van extra “gewichten” van egoïsme aan de ziel. In de geestelijke wereld wordt beweging (verder van de Schepper of dichterbij Hem) en afstand (van Hem) bepaalt door de samenhang van egoïstische en altruïstische verlangens binnenin de ziel.
Het doel achter het afdalen van de zielen naar onze wereld is om de egoïstische verlangens van de mens met behulp van de Kabbala om te vormen en om met zijn intenties terug te keren naar de Schepper, door altruïstische handelingen te doen. Het afdalen van de zielen gaat voort totdat elke van hen de volledige correctie behaald.
De meest verheven zielen die naar het niveau van Jechida en GAR de Chaja refereren zijn afhankelijk van de correctie van Malchoet in Malchoet van de wereld Atsieloet (“gesloten poorten”). Zij zullen alleen worden gecorrigeerd aan het eind van de 6000 jaar, na de correctie van de rest van de zielen. Dit komt omdat er een omgekeerd evenredig verband bestaat tussen de zielen en het licht dat hen vult. Des te egoïstischer de ziel is, en des te lager het zich bevindt, des te groter is het licht dat in de algemene Partsoef (ziel) ten tijden van zijn correctie binnentreedt.
HET LICHT VAN DE ZIEL: Jechida Chaja Nesjama Roeach Nefesj
MALCHOET: Kether Chochma Biena Z”A Malchoet
Deze verheven zielen worden verteerd door het stof, oftewel, door de onreine krachten die met hun enorme en bruute kracht over hen regeren, want het staat vast dat niemand de ziel van zijn gevangenschap kan redden.
Dit is waarom Rabbi Chiya weende: “Stof, hoe wreed dat je bent! Alle verheven zielen worden door jou geabsorbeerd zonder enige hoop om vanonder jou kracht vandaan te ontsnappen!” Dit betekend dat de essentie van de schepping, het oorspronkelijke egoïsme niet gecorrigeerd kan worden.
Het blijkt dat alle rechtvaardigen, die het licht naar de wereld trekken, niet de volmaaktheid kunnen ontvangen, zolang de zielen zich in het net van de onreine krachten bevinden. Aangezien alle zielen met elkaar verbonden zijn, kan geen enkele ziel het einde van de correctie bereiken zonder dat zij allemaal zijn gecorrigeerd. Zij worden zonder genade door het stof geregeerd.
Aanvankelijk wilde Rabbi Chiya zeggen dat Rabbi Shimon ook was verteerd door het stof, en niet de uiteindelijk correctie behaalde. Hij hoorde dat Rabbi Yossi eveneens meende dat de poorten voor allen gesloten waren. Echter, na zich te bedenken vraagt hij zich af: “Als Rabbi Shimon de gehele wereld doet leven en over hen regeerd, hoe kan het mogelijk zijn dat hij niet de volmaaktheid heeft bereikt?”
Hij komt tot de conclusie dat Rabbi Shimon niet verteerd was door het stof, oftewel, hij bereikte de uiteindelijke correctie en de toestand van de absolute volmaaktheid. Wat Rabbi Chiya niet kon begrijpen is hoe het voor iemand (een individuele ziel) mogelijk is om het einde van de correctie te bereiken vóór (zonder) de volledige correctie van alle andere.
50. Rabbi Chiya stond op en liep wenend verder, vergezeld door Rabbi Yossi. Hij vaste voor veertig dagen zodat hij Rabbi Shimon mocht ontmoeten. Het werd hem verteld dat hij niet klaar was om hem te zien. Hij weende en vaste voor nog eens veertig dagen. Ze lieten hem Rabbi Shimon en Rabbi Elazar zijn zoon in een visioen zien. Zij waren aan het discusseren over de woorden gezegd tegen Rabbi Yossi. En menig duizenden luisterden naar hun discussie.
Alhoewel het vasten waar De Zohar over spreekt over een geestelijke handeling gaat, is de beschrijving ervan in onze wereld een goed voorbeeld hoe sterk een verlangen moet zijn om van boven te worden beantwoord. Vergelijkbare geestelijke handelingen zijn huilen, traan laten – de kleine toestand (Katnoet) van de geestelijke Partsoef in dit geval “Rabbi Chiya”. Vanzelfsprekend is Rabbi Shimon en alle anderen in De Zohar geestelijke Partsoefiem, en niet mensen van onze wereld.
Het geestelijke niveau van een mens verstaan door een bepaalde naam in onze wereld zou overeen kunnen komen met zijn geestelijke niveau in de Thora. Verklaring voor dit vraagstuk is buiten het gebied van dit specifieke artikel. Desalniettemin moeten we de nadruk op leggen dat de Farao in egypte in geen geval een fysieke Farao was zoals hij is beschreven in De Zohar (de Partsoef die alle Malchoet inhoudt), en Laban, die in de Thora afgeschilderd wordt als een slechterik, is feitelijk het spirituele licht van de Partsoef AB, het licht Chochma. Dit komt later nog eens aan bod.
Het sterke verlangen om het geestelijke niveau te bereiken van Rabbi Shimon liet het voor Rabbi Chiya toe om hem te zien, hij was immers er van overtuigd dat Rabbi Shimon niet verteerd was door het stof. Hij kwam tot die conclusie als gevolg van het gesprek met Rabbi Yossi en verlangde er hartstochtelijk naar om Rabbi Shimon te zien.
51. Ondertussen zag hij vele grote hemelse vleugels. Rabbi Shimon en zijn zoon Rabbi Elazar bestegen hen en werden omhoog gedragen tot de hemelse Bijeenkomst. En al die vleugels waren op hen aan het wachten. Naderhand keerde zij beiden terug tot hun plaats en schenen meer dat tevoren, feller dan de zon.
De hemelse Bijeenkomst refereerd aan de engel genaamd Matatron. Deze volledige naam wordt echter niet uitgesproken. De verkorte naam Matat wordt in plaats daarvan gebruikt, want het uitspreken van een naam is gelijk aan een handeling en dat wordt niet gewaardeerd. De term eeuwige Samenkomst refereert aan de Schepper Zelf terwijl de hemelse Samenkomst aan Matat refereerd.
De vleugels die op Rabbi Shimon en zijn zoon Elazar aan het wachten waren zijn engelen (de robot-achtige geestelijke krachten die te vergelijken zijn aan de vrachtdieren van onze wereld), wiens opdracht het is om zielen te helpen om van het ene naar het andere geestelijke niveau op te stijgen. Deze vleugels assisteren de zielen om ze zowel naar hun plaatsen te doen verheffen als te doen verlagen. Het is derhalve gezegd dat de vleugels op Rabbi Shimon en zijn zoon Rabbi Elazar aan het wachten waren om ze terug naar beneden te brengen.
Wanneer Rabbi Chiya ze tot hun plaats terug zag keren vanuit de hemelse Samenkomst (oftewel, tot de Samenkomst van Rabbi Shimon) merkte hij op hun gezicht een nieuwe licht en rond hen beide een straling feller dan de zon op.
52. Rabbi Shimon opende de discussie en zei: “Laat Rabbi Chiya binnenkomen en zien hoe veel de Schepper de gezichten van de rechtvaardigen hersteld in de komende wereld. Gelukkig is hij die hier zonder schaamte komt, en gelukkig is hij die als een sterke pillaar in deze wereld staat!” Rabbi Chiya zag zichzelf binnenkomen, en Rabbi Elazar stond op. Evenzo deden alle andere pillaren van de wereld, die daar ook zaten. En hij, Rabbi Chiya schaamde zich. Hij kwam binnen en zat nederig bij de voeten van Rabbi Shimon.
Rabbi Shimon opende de discussie (baande de weg voor het licht vrij) en zei: “Gelukkig is hij die hier zonder schaamte komt”. Geen van allen die aanwezig waren voelde enige schaamte. Alleen Rabbi Chiya schaamde zich. Dit komt omdat zij de kracht hadden om zich tegen de macht van het stof te verzettenen hij had dat niet. Allen van hen waren volmaakt, terwijl Rabbi Chiya één gebrek had, het verlangen om te ontvangen. Dit verlangen deed hem doen schamen.
53. Een stem kwam voorts, zeggende: “Verlaag je ogen, hef je hoofd niet op, en kijk niet! Hij verlaagde zijn ogen en zag een Licht dat van verre scheen”. De stem keerde terug en zei: “Jullie verborgen en verheven ongeziene hemelen, jullie die door de wereld zwerven, bekijk en zie! De aardse wezens zijn in hun sluimering verzonken, het licht van hun ogen wordt verborgen in de duisternis. Wek hen!
Nadat hij de instructie opvolgde om zijn ogen te verlagen en niet zijn hoofd te verheffen (niet zijn verlangen om te ontvangen te gebruiken), was hij het waard om het beroep te horen (het licht Chassadiem), met behulp waarvan hij alles verkreeg wat hij maar wenste. De stem verdeeld alle zielen in twee groepen: de eerste is een groep van eeuwigen, wiens ogen de gehele wereld aanschouwen; de tweede is een groep van blinde zielen met het licht in hun ogen verborgen. Dit is waarom de stem beroep doet op de zielen van de eerste groep om te kijken, oftewel het ontvangen van het hogere licht te gebruiken om het licht samen met de tweede groep aan te trekken.
54. Wie onder jullie heeft tijdens zijn leven in die wereld duisternis veranderd in Licht en de bittere smaak omgezet in het zoete vóór dat hij hier kwam? Wie onder jullie heeft elk jaar met smart gewacht op het Licht dat schijnt wanneer de Koning weg ging, wanneer Zijn Eer geloft wordt, en Hij de koning van alle andere koningen van de wereld wordt genoemd? Want hij die niet vol met smart wacht voor deze enige dag terwijl hij in deze wereld leeft, heeft eveneens geen plaats in de andere wereld.
Het doel van de Schepper is om de mens te helpen Hem te ontdekken zoals hij deed voordat hij in deze wereld afdaalde, voordat hij in een fysiek lichaam reïncarneerde. We kunnen hierdoor duidelijk zien dat de mensen in de wereld onderverdeelt zijn in twee groepen, en de stem doet beroep op hen.
De stem benadrukt het voordeel van elk van de twee groepen. Het verteld aan de zielen van de eerste groep dat zij duisternis in licht omzetten. Dit zijn de zielen van de wereld Atsieloet, de Schepper schiep immers twee systemen tegenover elkaar in de werelden BJA: het systeem van duisternis en het bittere en het systeem van licht en het zoete. Er is derhalve een onderverdeling in juist en onjuist, rein en onrein, toegelaten en verboden, heilig en onheilig in de Thora van de werelden BJA. Waar de Thora van de wereld Atsieloet die uit de namen van de Schepper bestaat geen onreinheid in zich heeft.
De zondaar Laban wordt gerekend als een heilige naam in de wereld Atsieloet evenals Farao. Alle namen die onreine krachten voorstellen in de werelden BJA veranderen in gecorrigeerde, verheven en pure geestelijke objecten en krachten die overeenkomen met heilige namen. De zielen die derhalve het licht van de wereld Atsieloet bereiken veranderen de duisternis in licht en bitterheid in zoetigheid. Alle verschillen tussen de heilige namen, rein en goed en onrein en kwaad is in de correctie van het verlangen en de aanwezigheid van een anti-egoïstisch scherm op de wens om te ontvangen.
De stem zegt tegen de tweede groep dat ze de hulp van de Schepper verwachten, dat Hij (Sjchiena, Zijn manifestatie aan de lageren) uit het stof (zoals zij het gewaarworden) zal oprijzen. Zij die niet op Hem wachten en bezig zijn met andere ambities zullen echter niet vanuit het stof uitrijzen en verblijven in hun gewaarwordingen gescheiden van de Schepper.
55. In zijn visioen zag Rabbi Chiya veel van zijn vrienden zich rond de pillaren verzamelen, en hij zag hoe zij hun naar de hemelse Bijeenkomst verhefte. Sommige stegen terwijl andere aan het afdalen waren. En boven hun allen zag hij de eigenaar van de vleugels, Matat.
Terwijl de stem aan het roepen was zag Rabbi Chiya enkele zielen van de rechtvaardigen die tot de twee groepen hoorde. Zij stonden rond de twee pillaren die in Rabbi Shimon zijn Bijeenkomst waren en zij die hij al zag opstijgen naar de Hemelse Bijeenkomst. Sommigen van hen stegen op en sommige daalde af.
Op deze manier helpen de twee groepen elkaar volgens de roepende stem die de eerste groep instructie geeft om af te dalen en de tweede groep om op te stijgen. Rabbi Chiya zag ook dat als reactie op de irritaties van al deze zielen, oftewel, door de kracht van de twee groepen, Matat vanuit de Hemelse Bijeenkomst naar de Bijeenkomst van Rabbi Shimon afdaalde en een gelofte maakte.
56. De engel Matat zwier dat hij vanachter het Gordijn hoorde hoe de Koning over Malchoet treurt en dat hij herinnerd hoe Zij zich in in de grond van de aarde bevindt. Op dat moment slaat Hij 390 hemelen, welke allen beven en om hun Vrees voor Hem trillen. En Hij, de Koning, laat tranen, rouwend over de Sjchiena, Malchoet die in de grond van de aarde ligt. En de tranen, die zo heet als vuur zijn, vallen in de Grote Zee. Door de kracht van deze tranen wordt de gouveneur van de zee, Rachav genaamd, onderhouden en blijft zo leven. Hij heiligt de naam van de Schepper door het op zich te nemen alle dagen van de schepping in zich op te slokken. Hij verzamelt ze in zichzelf allemaal zodat op de dag wanneer alle volkeren zich gezamelijk tegen het Heilige Volk verzetten alle wateren opdrogen, terwijl Israel over het droge land trekt.
De gelofte bestaat uit dat de Schepper nooit vergeet dat de Sjchiena in het stof gevallen is. Maar er wordt hier niet de gehele Sjchiena genoemd: de Schepper hoeft er niet over te zweren, want het is voor iedereen onthuld die in de hogere werelden vertoeven. Hij doet alles alleen voor de Sjchiena (Malchoet)
Rabbi Chiya denkt over Malchoet de Malchoet dat het gevangen genomen is door onreine krachten, vergeten en verlaten. Hij schreeuwde immers: “Oh stof dat alles verteerd!” De engel Matat verscheen in de Bijeenkomst van Rabbi Shimon en openbaarde aan Rabbi Chiya dat de heerschappij van de Schepper absoluut en grenzenloos is en dat hij Malchoet de Malchoet elke dag herinnerd.
Zivug (combinatie van het licht met het scherm) wordt gedefiniëerd als een stoot van het licht in het scherm met het verlangen om het binnen te treden en door de barriere van het scherm te breken. Het scherm houdt stand en bekleedt het aankomende hoge licht.
Dit kan vergeleken worden met het voorbeeld van de gastheer (de Schepper) die heerlijk voedsel (het licht) aan zijn gast (Klie) aanbiedt die van de delicatessen wilt genieten. Maar door de schaamte weigert hij het voedsel en slaat het af. Op deze manier zegt hij tegen de gastheer (de Schepper) dat hij het er niet mee eens is het genot voor zichzelf te ontvangen. Deze afstoting van voedsel (het licht) vormt het Weerkaatste licht, omdat het niet alleen van de onwil om schaamte voelen zoals in onze wereld afkomt, maar van het verlangen van het vat om als de Schepper te zijn.
Het Weerkaatste licht is een altruïstische intentie, verlangen. Alleen in deze geestelijke Klie (vat), kan het licht worden ontvangen; alleen in deze intentie kan de Schepper gevoelt worden.
Nadat het voor de Klie mogelijk was om al het genot dat op hem afkomt weg te stoten en daarmee laat zien dat het kan voldoen aan de voorwaarde van de Eerst Beperking (het afzien van egoïstisch ontvangen), begint het te berekenen hoeveel licht het omwille van de Schepper kan ontvangen. Alleen deze hoeveelheid licht kan worden ontvangen in de Klie.
Het verlangen dat in de Klie werd ontvangen wordt gezien als het Innerlijke licht. De hoeveelheid van het licht wat binnen het vat ontvangen is bepaald de gradatie van zijn gelijkenis met de Schepper. De Klie wenst als op de Schepper te gelijken. Zoals hij genieting aan de Klie wilt geven, zo wilt de Klie aan Hem geven. De groote van de Klie (vanaf de Peh tot de Taboer) bepaalt derhalve de gradatie van het samenvloeien met de Schepper. Op deze plaats verbindt de Klie met Hem door zijn eigenschappen en intenties.
Mocht het voor de Klie onmogelijk zijn om omwille van de Schepper te ontvangen en zich alleen van ontvangen kan afzien wordt het gezien als dat het in de “kleine” toestand is. De Klie geschapen door de Schepper is de sterkste. Maar naderhand, wanneer het begint af te dalen, wordt het scherm steeds zwakker totdat het een niveau haalt waar de Klie niet langer meer omwille van de Schepper kan ontvangen. Het enige wat het nu kan doen is om niet voor zichzelf te ontvangen. Dit is waarom vanaf dit niveau en lager het verlangen van de Klie om te ontvangen verboden is. De Klie mag alleen gebruik maken van zijn G”E, maar niet van zijn AHP. De grens waar buiten het licht niet kan spreiden wordt de Parsa genoemd, het firmament, enz. Deze barriere weerhoudt de Klie om het licht te ontvangen, zelfs wanneer het voor zichzelf wenst te ontvangen.
Het scherm verdeelt het firmament en bestaat uit vier delen: Chochma, Biena, Tieferet en Malchoet, de vier letters van HaVaJa. Omdat Malchoet zich bij Biena samenvoegde en zijn egoïstische eigenschappen corrigeerde, is het scherm niet in Malchoet maar in Biena geplaatst. Biena wordt als 100 geschat, dus de vier delen CH-B-T-M komen overeen met 400. Er is echter geen Zivug (ontvangst van het licht) op Malchoet zelf (het wordt immers niet voor niets gesloten poorten genoemt). Dit betekend dat Malchoet 90 Sfirot heeft en niet 100; 9 Sfirot die elk uit 10 bestaan.
Het scherm, genaamd firmament, maakt een Zivug met het Hoge licht door het te weerkaatsen. Het bestaat uit 390 delen, omdat het deel Malchoet de Malchoet afwezig is. Er wordt daarom gezegd dat het firmament uit 390 delen bestaat en dat er dagelijks een Zivug met de Sjchiena op wordt gemaakt. Een Zivug op het stof (de 10 delen van Malchoet de Malchoet) is verboden. De stoot tussen het scherm en het licht komt overeen met de vrees om het licht buiten de beperking te ontvangen.
Er bevinden zich 5 Sfirot in de Rosj (hoofd) van een Partsoef.
Kether - Galgalta (or Metzach) - voorhoofd
Chochma - Ejnaiem - ogen
Binah - Ozen - oor
Z”A - Chotem - neus
Malchut - Peh - mond
Evenals fysieke ogen tranen laten, zo wordt het licht Chochma dat van dat deel van de geestelijke Klie genaamd “ogen” komen gerefereerd aan “tranen”. Tranen bestaan uit het deel van het licht dat afgestoten wordt door de Partsoef door het afwezig zijn van een scherm op Malchoet de Malchoet. Het licht dat tot een Partsoef komt wenst om binnen te komen en het met zijn genot te vullen, zelfs het deel waarvoor de Partsoef geen scherm heeft om daarmee met altruïstische intenties te werken. Het scherm stoot daarom onmiddelijke dit deel van het licht weg.
Maar tussen de stoot van het licht en de weerstand van het scherm, sijpelen kleinen druppels licht door het scherm heen. Deze druppels hebben niets te maken met het niveau Chochma van de Partsoef, want zij zijn niet omhult door het Weerkaatste licht. Zij lekken geleidelijk aan uit de Partsoef Chochma en ontvangen de naam “tranen”. En toch is dit het licht!
Het feit dat het Hoge licht het scherm stoot, en daarbij probeert om door de beperking heen te stoten, bestaat van origine in de Schepper, en is niet gerelateerd aan het verlangen van de schepping om dit licht binnen de grenzen van zijn altruïstische capaciteiten te ontvangen. Het licht komt van de Oneindige wereld, van de Schepper Zelf, lang voordat de Klie verscheen en besloot om zichzelf te in te perken.
Het Hoge licht verlangt er naar om het verlangen dat het geschapen heeft te vullen met genot. Er wordt gezegd dat: “De Schepper wenst om in Zijn schepselen te vertoeven”. Het licht en de Schepper zijn hetzelfde omdat de mens het gewaarworden van de Schepper definiëerd als geestelijk licht. Dit Hogere licht probeert zijn weg door dit scherm te banen en in het verlangen van de mens te komen, de scherm stoot het echter terug waardoor het in het Weerkaatste licht veranderd, het altruïstische verlangens van de mens om de Schepper te vergenoegen.
Als gevolg van de botsing met het scherm, komen er porties licht tevoorschijn, deze tranen komen van de liefde van de Schepper en zijn medeleven met Zijn schepping vandaan. Deze geestelijke handeling brengt tranen voort in de mens overspoelt met leed en liefde. Geestelijke tranen verdwijnen echter niet.
Dit is wat in Shir HaShiriem is beschreven: “Want liefde is zo sterk als de dood, jaloersie zo ongenadig als het graf; de flitsen daarvan zijn als flitsen van vuur, een zeker vuur van de Heer!”
Door gerelateerd te zijn aan de eigenschap van Chochma, wordt Malchoet de zee genoemd. De tranen (het licht Chochma welke niet bekleedt is in het licht Chassadiem) vallen in de zee (Malchoet). Er staat geschreven dat de wateren niet de liefde van de Schepper voor Zijn schepping zullen doven.
Tijdens de schepping van de wereld werd er gezegd; “Laat de wateren onder de hemelen zich tot één plaats verzamelen”. Maar de engel die over de zee regeerde wenste deze wateren niet op te slokken, dus werd hij gedoodt (bleef achter zonder licht). Nu, wanneer de tranen vallen, wordt hij opgewekt.
De reden hiervoor is dat tijdens het creëeren van de wereld Malchoet de Malchoet niet gecorrigeerd was. De Schepper schiep de werelden ABJA in een speciale toestand genaamd MA”N de Biena of Ateret Jessod en niet MA”N de Malchoet of Malchoet de Malchoet. De correctie is mogelijk wanneer de mens niet Malchoet de Malchoet (zijn essentie) probeert te corrigeren, maar er volledig van afziet te gebruiken (het gebruik van zijn egoïsme). Hij verkrijgt altruïstische verlangens van Biena en ontvangt het licht van de Schepper erin (in de Sfirot K-CH-B-Z”A de Malchoet, in 390 Sfirot)
Deze altruïstische verlangens wordt gedefiniëerd als MA”N de Biena, en Zivug (ontvangst van het licht) wordt niet op het egoïsme (Malchoet), maar op het verlangen om te “geven” (Ateret Jessod) gemaakt. Deze Zivug is daarom voldoende om alleen de eerste negen Sfirot in Malchoet op te vullen.
De Profeet schreef hierover: “Met wie ben je? Ik begon de werelden, jij bent er om ze af te ronden!” De correctie van Malchoet de Malchoet hangt van de geschapenen af. Wanneer de zee-engel verteld werd: “Laat de wateren onder de hemel zich op één punt verzamelen”, weigerde hij de geschapen wateren op te slokken. Onreine krachten overwonnen hem door de ongecorrigeerde toestand van Malchoet de Malchoet, zo werd hij dus gedoodt.
Deze tranen corrigeren echter Malchoet de Malchoet en wekt de zee-engel op zodat hij de wil van de Schepper zou uitvoeren en alle oerwateren zou opslokken. Alle onreine krachten, geheel het kwaad in de wereld zou dan verdwijnen. Alle verlangens zullen zich op één punt (eigenschap) verzamelen genaamd Atsieloet, want de wereld Atsieloet spreidt zich uit tot het einde van de wereld van AK en bereikt onze wereld. Het einde van de correctie zal komen, omdat de werelden BJA met hun eigenschappen naar de wereld Atsieloet zouden opstijgen.
In de toekomst, aan het einde van de correctie van de eerste negen Sfirot van Malchoet, wanneer alleen de tiende Sfira, Malchoet de Malchoet nog moet worden gecorrigeerd, zullen alle volkeren van de wereld verenigen om Israel te vernietigen (de eerste negen Sfirot van Malchoet). De zee-engel zal dan alle kwade wateren opslokken en de wateren zullen opdrogen en de zonen van Israel (zij die naar de Schepper verlangen) zullen op droog land lopen.
De profeet Micha zegt hierover: “Zoals in de dagen van jouw uitkomen van het land Egypte, zal ik aan hem wonderlijke dingen vertonen”. Dit was echter alleen het begin, want het vond alleen voor een beperkte tijd plaats in de Uiteindelijke Zee (de Rode zee; de Hebreeuwse naam “Suf” betekend het einde van Malchoet, of Malchoet de Malchoet). Aan het einde van de correctie zal de dood ophouden te bestaan. Dit is wat Matat over zijn gelofte zei: de Schepper zal het nooit vergeten dat Zijn Malchoet in het stof is gesmeten. Alhoewel een dagelijkse Zivug met de Sjchiena alleen gemaakt wordt op 390 firmamenten, op de 9 Sfirot van Malchoet, terwijl Malchoet de Malchoet zogezegt, door de Schepper vergeten, volledig in het stof ligt, is dit niet het geval. Hij corrigeerd het met elke Zivug, omdat de tranen als gevolg van de stoten op de 390 firmamenten erbuiten vallen. Deze tranen zijn niet verloren, maar vallen in de zee (Malchoet de Malchoet), welke van hem geleidelijk correcties ontvangt, alhoewel het Licht Chochma is zonder Chassadiem. Naar gelang het steeds gecorrigeerder wordt, wordt de zee-engel opgewekt tot leven. De hoeveelheid vergaarde tranen zullen uiteindelijk de noodzakelijke mate verkrijgen voor de correctie van de gehele Malchoet, zodat al haar intenties omwille van de Schepper zou zijn.
Dit zal op het moment plaatsvinden, wanneer alle volkeren zich verenigen om Israel aan te vallen. De zee-engel zal dan worden opgewekt. Hij zal dan alle oerwateren opslokken, omdat Malchoet de Malchoet de correctie zal ontvangen waar het gebrek aan had. De Schepper zorgt er de gehele tijd voor totdat zijn enige schepping zijn uiteindelijke correctie bereikt.
Hier zag Rabbi Chiya zijn vergissing in: hij ontdekte dat niets in het stof verdwijnt. Integendeel, Malchoet ondervindt dagelijks correctie, zoals Matat in zijn gelofte toegaf.
57. Ondertussen hoorde hij een stem zeggen: “Gaat aan de kant, maak ruimte!” Koning Mashiach komt naar de Bijeenkomst van Rabbi Shimon, want alle rechtvaardigen daar zijn de hoofden van de Bijeenkomsten. En alle leden van elke Bijeenkomst stegen van hun Bijeenkomst naar de Hemelse Bijeenkomst. En Mashiach bezoekt al deze Bijeenkomsten en ondertekend de Thora met de zegel van de lessen die van de mond van de rechtvaardigen komen. Op dat moment kwam Koning Mashiach naar de Bijeenkomst van Rabbi Shimon welke omringt werd door de hoofden van alle Bijeenkomsten.
Als gevolg van deze ongelovelijke openbaring over het einde van de correctie verborgen in de gelofte van Matat, werden alle rechtvaardigen die zich in Rabbi Shimon zijn Bijeenkomst bevonden verheven; eens te meer de twee groepen rechtvaardigen die Matat aantrokken en hem zijn gelofte liet maken. Zij allen behaalde het niveau van de “hoofden van de Bijeenkomsten”. Elke Bijeenkomst heeft leden en het hoofd. Het verschil tussen hun is gelijk aan het verschil tussen VAK, G”E van de Partsoef en GAR, de volledige Partsoef.
Er staat immers geschreven dat er een plaats voor Mashiach vrij moet worden gehouden. Wanneer Matat het geheim van het einde (van de correctie) onthulde, oftewel, hoe de schepping verlost wordt (van het egoïsme), beveelde een stem om een plek vrij te houden voor de Mashiach, de bevrijdende Koning. Het einde van de correctie wordt gerelateerd aan Koning Mashiach. Toch zijn alleen de rechtvaardigen van de Bijeenkomst van Rabbi Shimon, die boven de hoofden van de hogere Bijeenkomsten zijn, het waard om zijn gezicht te zien. Alleen zij die op hetzelfde niveau zijn met de Koning (oftewel, zij die de eerste 9 Sfirot in hun deel van Malchoet hebben gecorrigeerd, al hun eigenschapen behalve het egoïsme van origine, Malchoet de Malchoet) mogen voor hem verschijnen.
Het niveau van Mashiach is het licht Jechida. Mochten allen leden niet het niveau van de hoofden van de Bijeenkomsten bereiken, GAR van alle niveau’s, oftewel, alles corrigeren wat ze konden, zouden ze het niet waard zijn om het gezicht te zien van Mashiach. De hoofden van de Bijeenkomsten zijn echter niet GAR van de lagere niveau’s. Hun niveau is zo hoog dat het de hemelse Bijeenkomst van Matat bereikte.
Dankzij hun correcties kwam Mashiach naar al deze Bijeenkomsten om versierd te worden met hun daden in de Thora. Nu dat allen het niveau van de hoofden van de Bijeenkomsten hebben bereikt, wordt Mashiach versierd met de Thora van dat niveau, oftewel dankzij hun stijgt Mashiach zelf naar een hoger niveau.
58. Op hetzelfde moment, stonden alle collega’s, evenals Rabbi Shimon, op. Het licht van Rabbi Shimon bereikt het firmament. Mashiach zei tot hem: “Rabbi, gezegend dat je bent, dat jou Thora in 370 stralen van Licht verheven is. En elke straal wordt opgedeeld in 613 stralen (eigenschappen). Zij stijgen op en baden zich in de rivieren van de heilig Afarsemon. De Schepper keurt de Thora-studie van jou Gemeenschap goed, van de Gemeenschap van Chizkieja, de Koning van het Koninkrijk Judea en van de Gemeenschap van Iechieja Ha-Shielonie.
Toen Mashiach zichzelf tot hen vertoonde en naar de Gemeenschap van Rabbi Shimon kwam, stonden alle leden op (oftewel, stegen van het niveau VAK naar GAR), en Rabbi Shimon stond op hetzelfde niveau als Mashiach. Het licht steeg op naar het firmament. Dit duidt aan dat Rabbi Shimon het licht bereikt had van de tien firmamenten, het overgebleven tiende firmament van de gesloten poorten van Malchoet de Malchoet. Hij ontving nu het licht Jechida omdat hij een Zivoeg kon maken op Malchoet de Malchoet. Het licht dat schijnt als gevolg van deze Zivoeg wordt Mashiach genoemd. Het “zittende” niveau is 390, oftewel VAK; het niveau “staan” is 400, oftewel GAR.
En Mashiach zei tot Rabbi Shimon dat zijn Thora het licht Jechida opwekte in de Partsoef Atiek omdat:
Enkelvoudig (0-9) zich in Malchoet bevinden,
Tientallen (10-90) zich in Z”A bevinden,
Honderdtallen (100-900) zijn in Biena,
Tienduizendtallen (10.000-90.000) zijn in Ariech Anpien,
Honderduizendtallen (100.000-900.000) zijn in Atiek.
Aangezien elke Sfira van Atiek gelijk staat aan 100.000, zo staan de vier Sfirot HaVaJa (CH-B-T-M van Atiek) voor een totaal van 400.000
In dit geval moet er echter verteld worden dat de Thora in 400.000 manifesteerde. Toch zegt hij dat het licht geëmaneerd door Iema niet op 400 gebruikt wordt, maar alleen op 370, want alhoewel de Thora de Zenith (piek; hoogste punt) van het firmament bereikt had, kan het niet de GAR van de laatste, hogere honderd, bereiken. Er zijn namelijk maar 370 lichten, terwijl 30 hogere lichten niet aanwezig zijn in Iema.
Met betrekking tot duizenden, gebruikt het licht Abba niet het licht van elke duizend, maar alleen VAK, oftewel 600 in plaats van 1000, het gebruikt 13 in plaats van GAR van elke duizend (Chochma van “32 Netivot Chochma”). Dit komt omdat “13” Chochma van “32 Netivot Chochma” aanduidt, het kleine licht Chochma genaamd de heilige Afarsemon.
Het is derhalve gezegd dat de Thora 370 lichten bereikte, en elk van hen is onder te verdelen in 613 stralen. Dus in de 400 lichten van Iema, ontbreken 30 lichten van Chochma, welke het alleen met 370 achterlaat. Elke duizend heeft gebrek aan 400 hogere lichten (de GAR van Chochma). In plaats van de 13 paden van de heilige Afarsemon te gebruiken, heeft elke duizend alleen 613, want alle geheimen zijn verborgen in de Samenkomst van Rabbi Shimon. De Schepper zelf verzegelde het, omdat Hij verheven is en versiert met de verrichtingen van alle rechtvaardigen in de Thora.
Het is bekend in de Talmoed (Sanhedrin, 99:1) dat alles waar de profeten het over hadden naar de dagen van de Mashiach refereren, maar in de toekomst (Jesaja, 64) zal iedereen de Schepper zien. Alle niveau’s die refereren naar de dagen van de Mashiach zullen dan gecorrigeerd zijn, en alle geheimen van de Thora zullen worden onthuld. Iedereen zal de Schepper in zichzelf verkrijgen, en zoals staat geschreven, iedereen zal het met zijn eigen ogen zien (met “zien” wordt GAR de Chochma bedoelt).
Het is nu dankzij het bovengenoemde duidelijk dat er een kans is om de individuele correctie van Malchoet de Malchoet door te lopen voordat alle andere zielen hetzelfde doen in de toekomst. In dit geval bereikt de mens zijn INDIVIDULE niveau van het verkrijgen van 400, alhoewel zijn ALGEMENE niveau niet hoger kan dan 370. Dit is het niveau dat Rabbi Shimon, Rabbi Chizkiyah en Ashiloni hadden bereikt.
59. Mashiach zei: “Ik ben gekomen om de Thora van jou Gemeenschap goed te keuren alleen omdat “diegene met vleugels” hier naartoe onderweg is. Want ik weet dat Hij geen andere Bijeenkomst zou binnentreden – dan die van jou”. Ondertussen, sprak hij tegen Rabbi Shimon over de eed die “diegene met vleugels” nam. Mashiach trilde en verhefte zijn stem. Ook de hemelen beefde, evenals de Grote Zee en de Leviathan. De wereld stond op het punt in te storten”.
Tegelijkertijd, vernam hij Rabbi Chiya in Rabbi Shimon’s kledij. Hij vroeg: “Wie gaf toestemming om een mens de kledij en mantels van die wereld te dragen?” (die wereld klede zich op de lichaam van deze wereld). Rabbi Shimon antwoorde: “Dit is Rabbi Chiya! Hij is het Glanzende Licht van de Thora”. Hij zei: “Laat hem en zijn zonen samen en zich toevoegen tot jou Gemeenschap!” Rabbi Shimon zei: “Geef hem nog meer tijd! En tijd werd aan hem gegeven”. (De tijd van Rabbi Chiya was nog niet gekomen).
Mashiach zei tot Rabbi Shimon dat niet omwille van de Thora kwam, maar omdat “diegene met vleugels” verscheen in de Gemeenschap om er achter te komen wat Matat gezegd had. Matat onthulde dat het einde van de correctie voorafgaand zou worden door verschrikkelijk leed voor Israel. De firmamenten en de grote zee zal beven; de wereld zal op het randje van de vernietiging staan, zoals voorspelt in de Talmoed (Sanhedrin 97): “Alles was verpletterd”. Aldus verhefte hij zijn stem om al deze ophef te verzachten.
Mashiach was verrast de kledij te zien van Rabbi Chiya (oftewel, dat Rabbi Chiya gekleed was in de fysieke lichaam van onze wereld, de eigenschap van deze wereld). Dit komt omdat mocht hij het niveau behaalt hebben van Matat en zijn eed, betekend dat hij al zijn kwaad gecorrigeerd had. Aangezien hij het waard was om het gezicht van de Mashiach te zien (om het licht Jechida te ontvangen), had hij vanzelfsprekend zijn werk in deze wereld volbracht en is er hier niets meer voor hem om te doen. Hij zou het moeten verlaten en zich toevoegen tot de Gemeenschap van Rabbi Shimon in Gan Eden.
Maar Rabbi Shimon zette Rabbi Chiya aan om door te gaan met zijn toegevoegde correcties in deze wereld. Zowel Mashiach en Rabbi Shimon legde aan Rabbi Chiya uit wat hij anders in deze wereld zou moeten doen.
60. Rabbi Chiya was diep geroerd en weende, wanneer Mashiach de Bijeenkomst van Rabbi Shimon met groot ontzag achterliet, begonnen zijn ogen tot de rand met tranen te vullen. Rabbi Chiya was ook bezeten door het grote verlangen om de uiteindelijk volledig correctie en verlossing te bereiken. Hij zei: “Gelukking zijn de rechtvaardigen met hun deel in de komende wereld, en gelukkig is Rabbi Shimon bar Jochai, wie dit alles verdient”.